Op 29 januari 2018 heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (“de Commissie”) haar Slotdocument gepubliceerd. Dit vierde en tevens laatste rapport is een document waarin de Commissie terugblikt op de werkzaamheden die zij de afgelopen vier jaar heeft verricht en ingaat op een aantal actuele corporate governance vraagstukken die nadere aandacht zullen vragen in de toekomst, zoals:
- de rol van aandeelhouders ten aanzien van lange termijn waardecreatie van de onderneming; en
- de resultaten van de monitoring van de naleving van de Corporate Governance Code (“ de Code 2016”).
De Commissie heeft het slotdocument op 29 januari aan Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat overhandigd.
1. De rol van de aandeelhouders
Nu beursondernemingen goed op weg zijn met de Code 2016 acht de Commissie het tijd om nadere aandacht te geven aan de rol en betrokkenheid van aandeelhouders, met name ten aanzien van lange termijn waardecreatie. De Commissie heeft Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) opdracht gegeven dit nader te onderzoeken. Een belangrijke conclusie die in het onderzoek naar voren komt, is dat grote aandeelhouders veelal lange termijn waardecreatie nastreven, maar daarbij drempels kunnen ervaren.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek vraagt de Commissie aandacht voor het belang van actieve betrokkenheid van aandeelhouders. Dit kan door actief te participeren in de algemene vergadering en door in dialoog te treden met de onderneming. Dit vraagt een actieve houding van de aandeelhouder enerzijds en een open houding van de vennootschap anderzijds, aldus de Commissie. De Commissie wil ook het belang benadrukken van het in overeenstemming brengen van het “engagement” beleid dat wordt vormgegeven door corporate governance specialisten en de daadwerkelijke uitvoering van het beleid door vermogensbeheerders. Daarnaast moet volgens de Commissie meer ruimte worden gecreëerd om af te kunnen wijken van de door beleggers gebruikte benchmarks.
Ten aanzien van de ontwikkeling van regels en gedragscodes die zich richten tot aandeelhouders wil de Commissie benadrukken dat deze pas echt toegevoegde waarde zullen hebben wanneer niet-Nederlandse aandeelhouders geadresseerd kunnen worden: “De bepalingen in de Code 2016 gelden in de Nederlandse samenleving als algemeen maatschappelijk aanvaarde normen en gelden uit dien hoofde voor een ieder die als aandeelhouder in een Nederlandse beursonderneming actief is, inclusief internationale investeerders. Het verdient dan ook aanbeveling deze gedragsnormen voor aandeelhouders een plek te geven in de Code.”
Overnames en beschermingsmaatregelen; 250 dagen of 180 dagen responstijd voldoende?
Naar aanleiding van verschillende overnames van Nederlandse beursondernemingen is er een discussie op gang gekomen over vijandige overnames en beschermingsmaatregelen. Beursgenoteerde ondernemingen die op de algemene vergadering te maken krijgen met een fundamentele strategiewijziging krijgen een wettelijke bedenktijd van maximaal 250 dagen, blijkens het regeerakkoord dat op 10 oktober 2017 is gepresenteerd.
Jaap van Manen, voorzitter van de Commissie geeft het volgende aan in een vraaggesprek met het Financieel Dagblad: “De responstijd is bedoeld om het proces ordentelijk te maken en zeker niet bedoeld om een vijandig bod te frustreren. Het bestuur moet de tijd hebben om te kijken of er alternatieven zijn. Of in geval van het verzoek dat een commissaris weg moet, om te kijken of er aan de bezwaren tegemoet kan worden gekomen. De tijd moet het bestuur dus goed besteden en het kan niet op de lauweren gaan rusten. Daarom hebben we in de Code expliciet gekozen voor 180 dagen. Lukt dat niet in 180 dagen, dan lukt dat ook niet in 250 dagen”
Om de responstijd effectief in te vullen roept de Commissie ook in haar slotdocument de partijen op om een “wederzijds dialoog” met elkaar aan te gaan, zodat de additionele of alternatieve beschermingsmaatregelen van Nederlandse beursfondsen in acht worden genomen, waarbij de belangen van de stakeholders goed meegewogen worden. De Commissie wil het in kaart brengen van de gewenste financiële structuur en het sociaal beleid alvorens er nieuwe maatregelen worden genomen. “Om de tango te dansen heb je wel twee partijen nodig.”, aldus Van Manen.
2. Monitoring van de naleving van de Code 2016
De naleving van de Code 2016 is al jaren hoog. De Code 2016 SEO Economisch Onderzoek heeft over het boekjaar 2016 zelfs een gemiddelde naleving van bijna 99% geconstateerd. Naleven van de Code 2016 houdt in dat codebepalingen of één op één worden toegepast of dat bij afwijking van een bepaling wordt uitgelegd waarom wordt afgeweken. Dit is het bekende ‘pas toe of leg uit’-principe (comply or explain). De naleving (comply or explain) is iets hoger dan in het boekjaar 2015, toen het gemiddelde nalevingspercentage op bijna 97% lag. Dit verschil wordt verklaard door een hogere toepassing (comply): 96,7% in 2016 tegenover 94,9% in 2015.
Binnenkort zal naar verwachting een nieuwe Monitoring Commissie Corporate Governance Code worden benoemd door het kabinet. Deze zal de naleving van de herziene Corporate Governance Code uit 2016 gaan volgen.