Het UBO-register stond al eerder in onze blog van 29 juni 2017 centraal. Nu, ruim een half jaar later, is er een volgende stap gezet in het proces van de invoering van het UBO-register. Met een op 31 januari 2018 uitgebracht concept-besluit publiceert de regering een UBO-definitie. Deze definitie maakt duidelijk welke categorieën personen aangemerkt moeten worden als UBO’s (Ultimate Beneficial Owners, oftewel: de uiteindelijk belanghebbenden) van de Nederlandse juridische entiteiten.
UBO-definitie
De categorieën personen die kunnen worden aangemerkt als UBO verschillen per juridische entiteit. Belangrijk om te onthouden is dat ten aanzien van één juridische entiteit meerdere UBO’s kunnen bestaan.
Bij de besloten – en naamloze vennootschappen wordt een natuurlijk persoon die meer dan 25% van de aandelen, de stemrechten of het eigendomsbelang houdt, aangemerkt als een UBO. Het is hierbij niet van belang of het eigendomsbelang in de vennootschap gehouden wordt via tussenkomst van een stichting administratiekantoor. Ook dan zal de natuurlijk persoon UBO blijven.
Voor een stichting administratiekantoor speelt een belang van minstens 25% geen rol. De UBO-definitie bepaalt dat alle begunstigden van een stichting, dus ook van een stichting administratiekantoor, UBO zijn. Dit geldt dus ook voor alle certificaathouders, ongeacht de grootte van het belang. Het is daarom verstandig om goed na te denken over het certificeren van aandelen, want zelfs een minimaal belang is al genoeg om te openbaren.
Verder schrijft de UBO-definitie voor dat bij een stichting alle oprichters, bestuurders, begunstigden en elk natuurlijk persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de stichting uitoefent UBO zijn. Een denkbare situatie is dat de afzonderlijke begunstigden van de stichting niet kunnen worden bepaald. De definitie bepaalt dat in dit geval de groep van personen in wier belang de stichting hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is als UBO aangemerkt wordt.
Het definitieve wetsvoorstel ter invoering van het UBO-register zal vermoedelijk niet lang meer op zich laten wachten. Verwacht wordt dat het voorstel in de eerste helft van 2018 zal worden ingediend. En met de publicatie van de UBO-definitie lijkt deze verwachting geheel realistisch.