Na lang onderhandelen was het aan het einde van vorig jaar dan eindelijk zover: de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk sloten een akkoord met betrekking tot de Brexit. Dit akkoord bevat afspraken over de regels die sinds 1 januari gelden tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Wat zijn de gevolgen van dit akkoord voor het vennootschapsrecht tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk?
Grensoverschrijdende constructies binnen de EU
Tussen lidstaten van de Europese Unie gelden de bepalingen uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Uit artikel 49 in combinatie met artikel 54 het VWEU blijkt dat er tussen vennootschappen van verschillende lidstaten vrijheid van vestiging bestaat. Diverse malen heeft het Europese Hof van Justitie zich gebogen over grensoverschrijdende fusies en de vrijheid van vestiging. Hieruit blijkt dat een vennootschap naar het recht van de ene lidstaat kan fuseren met een vennootschap naar het recht van de andere lidstaat. De nationale regelgeving van lidstaten omtrent grensoverschrijdende fusie is op deze regelgeving gebaseerd. Een grensoverschrijdende splitsing of omzetting zou, zo wordt aangenomen, op dezelfde manier mogelijk moeten zijn.
De Brexit; gevolgen voor grensoverschrijdende constructies
Als gevolg van de Brexit geldt het Verenigd Koninkrijk niet meer als lidstaat bij het VWEU en is er geen sprake meer van vrijheid van vestiging tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk of de daarop gebaseerde nationale regelgeving. Een grensoverschrijdende fusie, omzetting of splitsing tussen rechtspersonen uit het Verenigd Koninkrijk en Nederland dient vanaf 1 januari 2021 plaats te vinden naar de regels van het internationale privaatrecht.
Het probleem is echter dat de Nederlandse wetgeving een grensoverschrijdende fusie, omzetting of splitsing op grond van het internationale privaatrecht niet toelaat. Het implementeren van nieuwe wetgeving is de enige manier om een grensoverschrijdende fusie, omzetting of splitsing mogelijk te maken, maar hier lijkt op dit moment nog geen sprake van. De conclusie is dus dat er momenteel geen fusie, omzetting of splitsing kan plaatsvinden waarbij een vennootschap uit Nederland en een vennootschap uit het Verenigd Koninkrijk betrokken zijn.
Aanvullende vereisten
Wat nu als een vennootschap uit het Verenigd Koninkrijk na de Brexit gebruik maakt van een reeds bestaande UK limited met een vestiging in Nederland? Doordat de vennootschap uit het Verenigd Koninkrijk zich niet meer op de vrijheid van vestiging kan beroepen, zal aan de vereisten van de Wet formeel buitenlandse vennootschappen (Wfbv) voldaan moeten worden. De Wfbv stelt aanvullende eisen aan de inschrijving van buitenlandse vennootschap die niet onder het recht van de Europese Unie vallen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het deponeren van diverse stukken bij het handelsregister en het voldoen aan bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot bestuurdersaansprakelijkheid. De gevolgen van het niet naleven van de Wfbv kunnen leiden tot hoofdelijk aansprakelijkheid van de bestuurders of zelfs een economisch delict opleveren, dus het is van groot belang om aan de aanvullende eisen te voldoen.
De Brexit heeft dus ook binnen het vennootschapsrecht geleid tot aanzienlijke gevolgen.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.