Afgelopen Prinsjesdag heeft het kabinet het Belastingplan 2021 gepresenteerd. Het Belastingplan bestaat uit acht wetsvoorstellen, waarvan het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting er één is.
Het doel van dit wetsvoorstel is het verbeteren van de positie van starters op de woningmarkt ten opzichte van beleggers. Kort gezegd hebben starters vanaf 1 januari 2021 recht op een vrijstelling van overdrachtsbelasting, terwijl beleggers met een derde woning juist te maken krijgen met een hoger tarief.
Om als starter gebruik te kunnen maken van de vrijstelling overdrachtsbelasting dient op het moment van verkrijging aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan.
Ten eerste dient de verkrijger meerderjarig, maar jonger dan 35 jaar te zijn. Daarnaast is vereist dat de verkrijger de woning als hoofdverblijf gaat gebruiken.
Verder mag de vrijstelling slechts eenmalig worden toegepast. Jonge doorstromers die na inwerkingtreding een woning verkrijgen, maar vóór 2021 al woningeigenaar zijn geweest, en daardoor geen starter zijn, kunnen alsnog eenmalig beroep doen op de vrijstelling indien zij aan de voorwaarden voldoen. Zij hebben immers niet eerder gebruik gemaakt van de vrijstelling.
Doorstromer
Voor andere natuurlijke personen die een woning kopen en als hoofdverblijf zullen gebruiken, maar niet aan de voorwaarden van de startersvrijstelling voldoen, blijft het tarief van 2% gelden.
Anderen
In alle andere gevallen wordt het tarief verhoogd van 6% naar 8%. Dit tarief zal gelden voor de verkrijging van niet-woningen, woningen die niet of slechts tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt gaan worden, woningen die door anderen dan de verkrijger worden gebruikt en woningen die worden verkregen door een rechtspersoon.
Gezamenlijke aankoop
Wat nu als een woning door twee personen wordt verkregen waarvan de één wel, maar de ander niet aan de voorwaarden van de startersvrijstelling voldoet?
Indien beiden de woning voor de helft zullen verkrijgen met de bedoeling om daar samen te gaan wonen, geldt voor de ene helft van de woning de startersvrijstelling en voor de andere helft het tarief van 2%.
Inwerkingtreding
De inwerkingtredingsdatum uit het wetsvoorstel is 1 januari 2021. Op het moment dat de starter een beroep op de startersvrijstelling doet, dient hij schriftelijk te verklaren dat hij daar niet eerder gebruik van heeft gemaakt. De notaris mag uitgaan van de juistheid van deze verklaring en hoeft geen nader onderzoek te plegen, tenzij hij weet dat de informatie niet juist is.